Inspectie motorstoringen in het common-rail brandstofinjectiesysteem:
(1) Controleer of het luchtfilter verstopt is
(2) Controleer het hoge- en lagedrukoliecircuit op lekkage.
(3) Controleer of de thermostaat normaal is.
(4) Controleer of de brandstofhoeveelheid in de brandstoftank voldoende is en of de zuigleiding van de brandstoftank normaal is.
(5) Gebruik het foutdiagnose-instrument T2000-WT om te controleren of de hogedrukoliepomp normaal is en controleer of de elektronisch gestuurde brandstofinjector en de drukbegrenzingsklep normaal zijn.
(6) Controleer of de klepspeling voldoet aan de voorschriften en of de cilindercompressiedruk voldoet aan de voorschriften.
(7) Controleer of de uitlaatgasturbocompressor in orde is.
(8) Controleer of de gaspedaalpositiesensor normaal is.